Winterslaap

Schrijven over slapen tijdens een rusteloze nacht, hoe ironisch… of zelfs een tikkeltje sarcastisch?  The beauty of HSP…

 

Dat ze voor de Halloweentocht de avond voordien forfait gegeven had omdat ze te moe was, verklapt mijn moeder tijdens het zondags ontbijt terwijl mijn twee filou ’s gefocust en luidruchtig als aanstormende Vikingen op het speelgoed afstevenen. De vrouw wiens reputatie van partysleeper zo beroemd is dat die reeds vereeuwigd werd in een collage met onze schone slaapster in allerlei poses.

 

De grote afwezige op het ontbijt blijkt al snel mijn teergeliefde broer die, rara, nog in bed ligt. Dus bellen we hem enthousiast wakker met de melding dat de koffiekoeken allemaal verorberd zullen zijn door zijn zus, hobbyboefster en mijn twee kleine boefertjes tenzij hij zijn achterste stante-pede naar ons begeeft. Werkt altijd. De gedachte om eten te mislopen en enkel nog kruimeltjes aan te treffen werkt als een rode lap op een stier. Ongetwijfeld een jeugdtrauma. Bij onze familiefeesten blijkt iedereen aan tafel zich wel vlotjes een eettrauma te kunnen herinneren en herbeleven (waardoor er nog meer gegeten wordt natuurlijk, emo – eters als we zijn). Even later komt mijn frère dan ook geeuwend binnengestrompeld.

 

Met de nodige suikers binnen en al vroeg wakker beginnen mijn prutsen het na enkele uren lastig te krijgen: wenen bij elk vermoéden van aangedaan onrecht, over de eigen voeten vallen én theatraal blijven liggen (voetballers kunnen er een voorbeeld aan nemen!), … kortom: elke mug wordt een olifant.

‘Wat scheelt er?’ vraagt oma. 

‘Ze zijn gewoon moe.’

Waarop mijn moeder en broer tegelijkertijd in lachen uitbarsten tot ze buikpijn en tranen in de ogen krijgen. Ik sta erbij en kijk ernaar terwijl in mijn hoofd het testbeeld van BRTN weergalmt.

‘Jij praat tegenwoordig àltijd over slapen: ik moet nog bijslapen, ik ben moe, ik heb te weinig geslapen, de kinderen hebben slecht geslapen, …’

Mij was het nog niet opgevallen, maar nu ze erover begint: ik voel me eigenlijk wel moe... J

 

Een tijd later vraagt m’n broer: ‘Waar zit uw wederhelft eigenlijk?’ 

Met schaamrood op de wangen piep ik: ‘aan ’t slapen’ waarop de hyena’s weer lachend over de grond rollen.

 

Al dat schrijven over slapen maakt een mens geeuwerig. Misschien zou een winterslaap ons allemaal wel eens deugd doen. Zoals ze in Gent zeggen: slaapal!

Reactie schrijven

Commentaren: 0