Mammie moet komen!

 

"De mama komt niet binnen in ons vertelklasje zolang het niet stil is..." maant de juf haar vierentwintig kwebbelende friemelpoepjes aan tot stilte. 

Ondertussen sta ik aan de andere kant van het doek in de warme, houten chalet te wachten. Met in mijn hand een verborgen schat geklemd: zo'n boek dat je onverwacht in een boekenwinkel ontdekt en waar je onmiddellijk aan verknocht bent. Vanaf de eerste oogopslag wist ik namelijk dat ik de winkel niet zou verlaten zonder, ook al was ik helemaal niet op zoek naar een kinderboek. Dat was eigenlijk nooit het geval geweest en toch staat mijn boekenkast er ondertussen vol mee. Andere vrouwen laten hun nagels doen of gaan shoppen, ik stap een boekenwinkel binnen waarbij de kinderafdeling ook altijd op mijn route ligt. Omdat het kind in mij me er gewoonweg naartoe sleept en ik er, toegegeven, graag voor bezwijk. 

 

Jufs algemene oproep om in de klas te komen voorlezen kreeg zoveel enthousiaste reacties dat er een lange wachtrij ontstond. Gretig ging ik er in gaan staan terwijl er al onmiddellijk een ander, stinkend, boek door mijn hoofd schoot. Het jeukte zo enorm om het voor te lezen dat ik mijn kleine peuterpubliek uit het oog verloor. Dat het immers meer geschikt is voor mijn oudste dochter in de tweede kleuterklas, drong gelukkig tijdig door waardoor het stinkend boek terug in de boekenkast belandde en ingeruild werd voor een ander boek waar ik heimelijk verliefd op ben, ideaal voor peuters. 

 

Terwijl de stilte onder mijn voeten kraakt, steek ik nieuwsgierig mijn hoofd om het hoekje en kijk ik de wondere wereld van het vertelklasje binnen. Onze dochters hadden de magie ervan al geproefd: met twinkelende oogjes vertelden ze telkens honderduit over hun bezoekjes waardoor ik ondertussen zelf al razend benieuwd was.  De magische verwelkoming door de veelkleurige lichtjeskrans en de wolkende lamp krijgt al snel een warme gloed bij het zien van de vierentwintig kleine peuters en hun twee juffen. Genesteld in hun met tapijt beklede leeshoek kijken ze me verwachtingsvol aan.  Het geheel ademt zo'n knusse sfeer uit dat je al snel door je knieën gaat en er gezellig bij gaat zitten.

 

Net als mijn eerste keer in de boekenwinkel komt ook nu het pop up-boek helemaal tot leven: het strooit zijn magie doorheen de lucht en laat het zachtjes neerdwarrelen op de zesentwintig paar starende ogen. Ik voel de juf smelten en net als haar kleine prutsen stilaan verliefd worden op de kleine pluizenbolletjes Jet, Jan en Jip die ‘s nachts wakker worden en ontdekken dat hun mama weg is. Als ik tussen twee bladzijden door even rondkijk, vallen me plots de blaadjes, takjes en zachte uilenveren op in het nest. En daar, in het midden van de holle boomstam, tweeëntwintig kleine uilskuikentjes, ongeduldig wachtend met de prangende vraag in hun grote uilenogen: wanneer komt mammie terug?  

Stilaan herken je ze in de groep: de Jetjes, de oudsten, die zich ontfermen over de kleinste kuikens, de ongeruste en bange Jipkes, en hen geruststellend door het verhaal loodsen. Met daartussen de Jannekes, opkijkend naar hun grote voorbeelden, denken ze na. Want ondertussen weten ze het al goed: uilen denken veel na. De onrust groeit, enkele Jipkes beginnen op en neer te springen van ongeduld.  Enthousiast fladderen ze mee met Jet, Jan en Jip en laten ze me het ruisen van de bomen horen. 'Mammie moet komen!' kwetteren ze steeds ongeduldiger door elkaar. Eén Janneke fladdert zo ongeduldig in het rond dat ze uit het nest valt en begint te wenen. Zou mammie nu sneller komen?

 

Wanneer het boek dichtklapt, zie je enkele verbouwereerde Jipkes de laatste zinnen verwerken: ‘Oef, mammie is gekomen!’  Terug schoenen en jasjes aan en naar de klas. Tijdens het aantrekken en dichtknopen slaan af en toe plots twee armpjes zich rond mijn nek, een anonieme knuffel met ingegraven hoofdje. Een gebaar dat zoveel meer zegt dan woorden... 

 

Als ik 's middags mijn dochter kom ophalen krijg ik bij de klasdeur een impulsieve zwaai van een enthousiaste driejarige. Een verbaasde oma krijgt prompt te horen wie ik ben en wat ik in de klas kwam doen... Oogjes beginnen te twinkelen van herkenning terwijl ik de klas binnenstap. ‘Mamie moet komen!’ lees ik op hun vermoeide gezichtjes, behalve op één: 'Mammie is terug!' zie ik haar glunderen.

 

Met dank aan juf Ellen, voor haar kritische feedback :) ...