Sunday sucks...

 

 

Er speelde al een glimlach rond zijn vaders mond bij het rinkelen van de telefoon op zondagmiddag. Zijn kop eraf als zij het niet was. 

 

Honkvast was ze wel, Jack zijn Vicky, al acht jaar lang.  Stiekem genoot hij er wel van om het gezicht van zijn oogappel zo te zien opklaren bij de boodschap dat er telefoon voor hem was. Zelfs al lag Jack nog in bed na een veel te zwaar nachtje stappen, altijd nam hij die telefoon aan. Liefjes passeerden vlotjes zijn bed in en de deur uit maar zijn vaste afspraak op zondagmiddag week nooit.  Het feit dat die meid duidelijk een speciaal plekje veroverd had bij zijn zoon, maakte hem wel nieuwsgierig naar haar. Stilletjes hoopte hij dat er iets moois zou bloeien tussen die twee en dat hij haar op een dag te zien zou krijgen. 

 

Al deelde Jack met anderen de lakens, met Vicky deelde hij zijn ziel. Elke keer biechtte Jack haar alles op, haar reactie peilend, op zoek naar dat vonkje. Hoop. 

Behalve die ene zondagmiddag, toen de heugelijke verwachting van dat telefoongerinkel in de stilte bleef hangen en zich uiteindelijk gegeneerd uit de voeten maakte.  Jack strompelde de keuken binnen en begroette met zijn ouders met gegrom. 

‘Wat scheelt er, jongen? Kwaad omdat ze niet belt?’ plaagde zijn vader speels. Jack wierp hem een vuile blik toe en verdween met de telefoon terug in zijn kamer. Hij was enkele uren eerder wakker geworden met de ergste kater uit zijn drieëntwintigjarige leven. Terwijl hij de avond voordien amper enkele pintjes gedronken had.  En toen was het piekeren herbegonnen: wat zou hij tegen haar zeggen? Een diepe zucht ontsnapte hem terwijl de telefoon zeven lange keren overging vooraleer er opgenomen werd. 

‘Hallo’ klonk koud aan de andere kant van de lijn. De kilte trof hem als een harde stomp in zijn maag.

‘Hallo… hoe gaat het met je?’ bracht hij met een klein stemmetje uit.

‘Woa, niet denderend…’ klonk het afstandelijk.

‘Vicky… het spijt me. Het had nooit mogen gebeuren. Ik had veel te veel gedronken en wist niet meer wat ik deed’, loog zijn stem voorzichtig en breekbaar.

‘Niet meer weten wanneer je je tong in iemands mond steekt?’ lachte ze spottend. ‘Het is misschien dagelijkse kost voor een playboy als jij maar in mijn wereld doe je dat niet zomaar…’ klonk ze bitter. ‘Trouwens, mij meelokken naar je auto omdat je mij iets moet geven klinkt redelijk als voorbedachte rade in mijn oren. Waarom had jij eigenlijk een valentijnscadeau voor me bij? Wij zijn toch gewoon vrienden…?’

Het bleef stil. Een gespannen stilte palmde de leegte tussen hen in en breidde zich met elke seconde verder uit. Het maakte hem gek, hij moest iets zeggen! 

‘Kunnen we niet gewoon vergeten dat het gebeurd is?’ kwam de wanhoop in zijn stem uiteindelijk toch bovendrijven.

‘We zien wel, ik moet weg Jack, tot ziens’

‘Tot volgende week?’ vroeg hij terwijl de kiestoon hem straal negeerde.