Krokodillen? Om te gillen!

Download
teaser poëzie op muziek
intro krokodillen.mp3
MP3 Audio bestand 289.4 KB

Zaterdag is het zover: dan sluiten we ons dictie- en improvisatiejaar af met een big bang! Op ons tweede toonmoment dit schooljaar tonen de leerlingen opnieuw hun kunnen door dat (figuurlijk) beruchte podium op te klimmen en hun unieke, eigen versie te brengen van dat ene gedicht dat hen wel aansprak, bij het nekvel greep en uitdaagde: 'Durf jij mij wel aan te pakken?' 

Eéntje met humor en dialoog graag! Na enkele jaren voordracht geven heb ik het nu wel in de vingers om een populair gedicht te spotten dat zal aanslaan bij mijn leerlingen terwijl ik mijn zomerse bibliotheeklectuur door snuister op zoek naar nieuw materiaal binnen mijn thema.  Aan hen om in te schatten in welke stukken ze een stukje van hun eigen ziel kwijt kunnen. En dat doen ze ook: een gedicht door twee verschillende leerlingen gebracht, klinkt nooit volledig hetzelfde. En dat vind ik nu net zo fantastisch: hoe ze een stukje van zichzelf bloot geven tijdens het brengen van hun interpretatie. Terwijl ze de ingedommelde letters tot leven wekken, er een vleugje karakter en pit aan toevoegen spatten de vonken er vanaf. De magie van het gedicht komt tot leven. Ze hebben gesnapt waar het Annie M.G. Schmidt, Roald Dahl, Marc De Bel, Willem Wilminck, Riet Wille,... om te doen was.

 

Vorige valentijn stonden ze, sommigen voor het eerst, op een podium.  Ja, zij mochten het beste van zichzelf geven op het feestweekend van muziekschool Lochristi. Vanaf september slingerde ik dus poëzie vol vlinders, liefdesverdriet tot stampvoetende woede naar hun hoofd. Tot er eentje hen aan de huid bleef plakken. Behalve bij één jongen. Na enkele sessies wierp hij me een uitdaging voor de voeten: hij had het niet zo voor die kleffe smurrie. Maar tot mijn grote spijt had geen enkel auteur mijn leerlings kijk op de wereld al op papier gezet. Dus deden we dat gewoon zelf: met ons groepje improvisatie boksten we hem een op maat gemaakt gedicht in elkaar: Valentijn is stom! De titel alleen al viel erg bij hem in de smaak en toen hij het enige tijd later bracht, schitterde hij als de ster van Betlehem aan de hemel.

 

Na een heel schooljaar vol richtlijnen en spraaktechnische sturing zinkt het besef in: ze zijn weer gegroeid dit schooljaar. Dit konden ze tien maanden of soms nog maar een maand geleden nog niet zo neerzetten. Ze hebben verder gekeken dan de punten en komma's. Zelfs op de sobere oefenteksten laten ze hun fantasie en creativiteit los. Terwijl ik dan gefocust de spraaktechnische kant van de zaak belicht bij die tekst vol ronde klanken, maken zij er ongemerkt een juweeltje van dat ze geregeld nog eens popelend van ongeduld uit de oude doos halen. Schoonheid zit soms in een klein hoekje.

 

Het was vanuit dat creatief enthousiasme dat dit jaar de groep 'improvisatie' geboren werd. Er zijn er dus nog: die van impulsiviteit een deugd maken en genieten van rollebollen met taal. Lichaamstaal én gesproken taal. 't Is dat dunne, fijne koordje dat ik ambieer. Dat ze zich genoeg thuis voelen om zichzelf te kunnen zijn en hun creativiteit de vrije loop te kunnen laten. Zodat de spontaniteit komt bovendrijven want dan wordt het pas echt leuk. Zeker in de les improvisatie. Eerlijk toegegeven, ze lopen soms zo over van enthousiasme dat ik ook onvermijdelijk besmet wordt. En dan komt het interessante werk, die 'soms ongeleide' projectielen doorheen hun walhalla van ideeën sturen en kneden in de richting die ik uit wil. Om soms ergens helemaal anders te belanden dan bedoeld en te beseffen dat we daar niet echt moesten zijn. Of die invalshoek ontdekken die even leuk of zelfs nog leuker is dan mijn opzet. Met volgeladen batterij sluit ik het lokaal af. 

 

 

Maar niet alleen mijn groep improvisatie gebruik ik als proefkonijnen om allerlei ideeën op uit te proberen. Geïnspireerd door een tip van mijn collega piano, experimenteerden zij en ik met poëzie op muziek. Terwijl onze demo door het klaslokaal weerklonk, las ik nieuwsgierig de eerste reacties af op de gezichten van mijn voordrachtleerlingen. 'Nee, toch niet echt voor mij, hoor' klonk het algemeen. Ik bedankte mijn collega zoetjes voor alle uurtjes die erin gekropen waren en liet het idee stof vergaren. Tot een leerling onlangs zelf op de proppen kwam met het idee: 'Willen we dit gedicht eens op muziek zetten?' Aangenaam verrast gingen mijn immer ongeëpileerde wenkbrauwen de hoogte in: 'Welke muziek had je in gedachten?' Waarop een wereld van nieuwe popmuziek voor mij openging. Als een koude douche overviel het besef me dat, terwijl ik mijn weg aan het zoeken was in de wereld van mama zijn van kleine kinderen, de muziekwereld niet was blijven wachten.  Slik. En toen liet ik los.  Aan de slag dus met het ontrafelen van het gedicht: wat zijn de spraaktechnische uitdagingen? Waar liggen de accenten? Wat is de toon van het gedicht? Welke gevoelens passen bij de tekst? En nu dus ook: welke melodie en ritme passen erbij? Na samen zoeken, uitproberen, schrappen en opnieuw beginnen stond het op poten. Het bleef zozeer in mijn hoofd hangen dat ik onze versie ondertussen al beter vind dan de originele muziektekst. Maar vooral ben ik verrast en trots: dat met mijn hen-niets-zeggende-demo'tje toch een zaadje geplant is, een zaadje tot creativiteit. Nu zaterdag volgt hun première en wordt het stuk voor de eerste keer live gebracht door twee van mijn leerlingen!  Draait je wereld komende zaterdag toevallig rond de bibliotheekzaal in Lochristi tussen 11 en 12 uur? Spring binnen en proef de sfeer...  

 

Bedankt voor het fijne schooljaar, mijn lieve zootje creatievelingen, en tot in september!

 

't Is toch fijn om een dictiejuf te zijn :)