De wijde wereld in met meester Dirk

Dat het tweede leerjaar meer is dan maaltafels drillen, dikkere boeken lezen en hoofdletters onder de knie krijgen, leerden we afgelopen schooljaar…

 

Regelmatig trokken we de wijde wereld in. Als herfstuitstap verkenden we de Lembeekse bossen: we kleurden schorsen, verzamelden materiaal en dosten onszelf uit voor een ware modeshow. De winnaar won met een kunstig kampvuur aan takken in zijn haar en vierde zijn zege onder de douche. Misschien ontdekte meester Dirk onze aanleg voor kunst en creativiteit? Want later bezochten we het Museum voor Schone Kunsten in Gent en leefden we ons daarna uit in de speeltuin van Puyenbroeck.

 

Tijdens de muzikale workshop op school ontdekten we nieuwe instrumenten als de djembé: hoe die vroeger gebruikt werd om boodschappen te seinen. Eén voor éen probeerden we hem uit. Volgens de muziekleraar had Kaat stoverij met frietjes doorgeseind naar huis. En raad eens wat ze die avond aten? Ook mochten we allemaal de ukelele en het drumstel uitproberen. Toen onze meester plaats nam achter het drumstel fonkelden zijn ogen: kwam zijn jongensdroom om de volgende Charlie Watts of Ringo Starr te worden terug tot leven?  

 

Op de boerderij leerden we zelf ons brood bakken en een geit melken! De hint van meester was duidelijk: je kan je ouders al flink helpen thuis. Voor wie de boodschap nog niet begrepen had maakten we met alle klassen van het tweede leerjaar samen tomatensoep met balletjes. De ene klas sneed de tomaten, een andere klas huilde zich te pletter boven de uien terwijl de laatste klas gehaktballetjes rolde (en af en toe eentje liet verdwijnen in hun mond? Sommige kinderen hadden soms toch érg verdachte bolle wangetjes) Achteraf mochten we met z’n allen ons resultaat proeven. De soep viel algemeen in de smaak, al zal Brenten het niet snel uitproberen thuis.

 

Ook onze honger naar wetenschap werd gestild tijdens ons project ‘meetcircuit’ en ‘drijven en zinken’ waarbij we allerlei experimentjes deden die we thuis niet mochten herhalen!

 

Door onze uitstap naar het Gravensteen beseften we dat we toch liever in een goed geïsoleerd huis wonen dan in een tochtig en koud kasteel. ‘Hoe overleefden ze daarin? En kinderen dronken toen biér, dat was echt vies!’ kwam Kaat verontwaardigd thuis. Oost west, thuis best dus maar met onvergetelijke herinneringen.