Hoe jij huist in mij:
met je hand m'n wang strelen, m'n oorlelletje aaien,
je duim in de mond
Hoe jij huist in mij
je armpjes om mij heen slaat, vastklampend
alsof dit onze laatste keer is,
vol overgave je laten rusten tegen mij.
Hoe jij indruist tegen mij
in koppig negeren als m'n woorden verkeerd vallen,
jij toch je zin wil doordrijven.
Hoe jij huist in mij
verscholen in een pijntje dat getroost moet,
de drukte teveel wordt en je rust zoekt.
Hoe jij ruist in mij:
onze hartslag vertraagt,
de ademhaling lichter en ogen verzwaard
verstrengeld in elkaar, arm in arm.
Hoe jij mij huist.