Liaisons dangereuses

Liefste Vicky                                             Ik vind je een ongelofelijk meisje, nog nooit ontmoette ik iemand zoals jou. Onze dans blijft maar door mijn hoofd spoken. Vicky, jij maakte dit kamp onvergetelijk voor mij en ik weet nu al dat ik je ongelofelijk ga missen.                                  X Jack                                                 PS: Ik meende het niet toen ik je een bitch noemde :)

 

Mijmerend glimlachte ze bij het lezen van die laatste zin in haar eerste kampboekje.  Zijn woorden waren inmiddels al vier jaar oud maar werden enkel aan papier toevertrouwd.  De telefoon rinkelde, voor wat wel een eeuwigheid leek. 

‘Vicky!’ weerklonk uit de keuken. ‘Neem op, ‘t is toch voor jou!’  Een warrige bos haar, die verdacht veel op een vogelnest leek, piepte om de hoek met gefronste wenkbrauwen die uitschreeuwden: hoe weet jij dat het voor mij is?

Zonder Vicky’s uitdrukking te zien antwoordde haar moeder heel rustig en rationeel alsof haar tienerdochter opnieuw vier jaar oud was. ‘Mmhh, wie draait dit nummer steevast op zondagnamiddag rond twee? Week na week…’ 

Vicky grijnsde haar tanden bloot. Betrapt. Maar haar moeder zou toch zeker niet doorhebben dat er iets aan de hand is? Nee, natuurlijk niet, anders zou ze toch al iets laten vallen hebben?

‘Neem nu op!’ drong haar moeder geïrriteerd aan terwijl ze haar handtas en autosleutels mee griste en haar broer in zijn scoutsuniform de deur uitjoeg.  

Als een jachtluipaard op de loer wachtte Vicky tot ze de voordeur in het slot hoorde vallen vooraleer ze naar de telefoon spurtte.

 

‘Hey… waarom duurde dat zo lang?’ klonk de zachte lage stem aan de andere kant van de lijn. 

‘Mijn broer vond zijn schoenen niet, ze ze zijn nog maar net de deur uit.’ bracht ze puffend uit.

‘En, hoe voel je je nu?’ Het bleef stil aan de andere kant van de lijn.

‘Wel, ‘t is toch jouw dag, gelukkige 16e verjaardag, Kleine!’ weerklonk enthousiast.

‘Ja, ja, ‘t is goed…’ zuchtte ze lachend.  

‘Ik heb een verrassing voor jou’ verklapte hij, hoorbaar popelend van ongeduld.

‘Mmhh, een verrassing van jou, ik weet niet of ik dat leuk ga vinden...’ verraadde haar wantrouwige stem plagerig. 

‘Nee, nee, vertrouw me nu maar. Je gaat het fantastisch vinden, ik ben er zeker van! Het enige wat jij moet doen, is volgende zondag klaarstaan om 2. Dan kom ik je ophalen.’

‘Oké, ik zal klaarstaan. En euh... hoe was je scharrel gisteren?’ klonk ze verlekkerd.

‘Is er iemand nieuwsgierig?’ treiterde hij geamuseerd. 

‘Tja, jij bent mijn levende rioolblad, sappiger dan alle boekjes samen’ genoot ze smakelijk.

‘Woah, eigenlijk een beetje een misstap begaan, ‘k heb regel 3 overtreden.’

‘Regel 3? Ik wist niet dat jij een handleiding had? En wat mag dat dan wel zijn, die fameuze regel 3?’

‘Regel 3: nooit een tweede keer met dezelfde kip op stok gaan. Maar ja, wat kan ik zeggen… de kippetjes zagen er zoals steeds lekker uit en het vlees werd zwakker naarmate de drank vloeide.’    

‘Jack, je bent toch een onverbeterlijke play - boy!’

‘En jij, niemand op het oog?’ polste hij terwijl de nieuwsgierigheid van zijn stem afdroop. 

‘Nope, geen beesten voor mij. ‘k Ben allergisch, weet je nog?’

‘Je weet wel wat ik bedoel…’ klonk hij stilletjes.

‘Wat? Rondfladderen zoals jij? Dat is niets voor mij…’ 

‘Het hoeft helemaal geen rondfladderen te zijn, Vicky. Als twee mensen elkaar vinden, wordt het iets magisch moois. Soms moet je gewoon de sprong durven wagen.’ klonk hij breekbaar. 

‘Jack, waarom push je me altijd in die dingen?‘ kronkelde haar stem zich onwennig uit het gesprek ‘Ik moet je laten. Tot zondag, Boom…’

‘Tot volgende week, Kleine…’ liet Jack de hoorn zachtjes zakken terwijl de kiestoon in zijn oor klonk. 

 

Een week later bewoog Jack zijn auto zelfverzekerd door het verkeer. Na een uur rijden slaakte ze verveeld een zucht: ‘Hoe lang moet dit nog?’ 

‘We zijn er, blinddoek nog even aanhouden tot we buiten zijn.’ 

Jack parkeerde in één vlotte beweging zijn automobiel en leidde Vicky de auto uit, het voetpad op. Zachtjes liet hij haar blinddoek zakken en genoot hij met volle teugen van de waaier aan emoties die op haar gezicht de revue passeerden terwijl ze het imposante rechthoekige gebouw dat voor hen op doemde, in zich opnam. De statige, rechthoekige crèmekleurige mastodont met zijn strakke lijnen overdonderde haar met een gevoel van nietigheid. Vol ontzag en verwondering keek ze naar boven, tot ze de wapperende banieren opmerkte die het geheim van de verrassing voor haar verhulde: ‘Musée Magritte Museum’. Vol verbazing sloeg ze haar handen voor haar mond en danste Vicky uitzinnig in het rond, een twinkeling in haar ogen verklapte Jack dat zijn cadeau een regelrechte schot in de roos was. Gillend vloog ze in hem in de armen: ‘We gaan naar Renée?!?’ Jack knikte kostelijk en loodste zijn Vicky naar binnen.

     

Gebiologeerd wandelde Vicky van schilderij naar schilderij om de meesterwerken van dichtbij te bewonderen. Beelden soms zo absurd dat de humor spontaan kwam bovendrijven in een stralende glimlach.  Ze namen haar mee naar een andere wereld waar werkelijk alles mogelijk was, waar ze keer op keer weer verdronk in al die schoonheid en zichzelf mocht verliezen. Als het kon, zou ze voor altijd blijven wonen in één van zijn schilderijen. Toegegeven, niet allemaal maar eentje zou al volstaan. En eindelijk loskomen van alle onweerswolken in haar hoofd. Als betoverd  liepen ze naast elkaar: zij in de ban van René, hij in de ban van haar. Vicky had het te druk met haar eigen fascinatie om te zien dat zij de zijne was. Hij gluurde meer stiekem opzij om haar reactie te peilen dan de werken zelf meer dan een blik waardig te gunnen. Na een tijd fluisterde hij haar in het oor: Welke is jouw favoriet?’ Onstuimig trok ze hem mee aan zijn arm, met zo’n plotse ruk dat er een pijnscheut door zijn schouder schoot. Typisch Vicky, schoot door zijn hoofd. Als een onstuimig hert sprong ze de trappen op naar de tweede verdieping. Plots hield ze halt voor een schilderij. 

‘Wat zie je?’ nodigde ze hem uit terwijl haar glunderende ogen het doek verorberden. 

‘Euh... een mooie, sexy vrouw die zich verstopt achter een spiegel. Verloren moeite natuurlijk, want je ziet toch alles.’

‘Mmhh, alles en toch niets. Ze steekt zich letterlijk weg achter haar welgevormde façade, zelfs haar gelaatsuitdrukking krijg je niet te zien. De fragiliteit die van het doek afstraalt, hoe ze haar binnenkant afschermt door haar buitenkant te etaleren. Ze is naakt en toch zo ongenaakbaar.’

‘Welke mooie vrouw zou nu zoiets doen?’  

‘Iemand die maar al te vaak gekwetst is, om te overleven… ’ antwoordde ze schouderophalend terwijl ze verder kuierde, met een luchtige intonatie die vanzelfsprekendheid verraadde. 

‘We komen niet allemaal uit zo’n warm nest als jij, Jack. Voor sommigen is het overleven thuis: constant op je hoede blijven voor aanvallen en vooral je pantser niet laten zakken. Want ze ruiken zwakte en dan ben je een vogel voor de kat.’ Met haar rug naar hem toe gekeerd klonk ze plots koud en afstandelijk. Als met een vingerknip leek Vicky opeens zo onbereikbaar terwijl ze amper een meter van hem verwijderd was. Het liefst van al wou hij zijn armen om haar heen slaan en geruststellen dat het wel zou overwaaien als een enge droom. Maar hij kende Vicky goed genoeg om te weten dat ze hem alleen maar verder zou wegduwen. 

‘Vicky, niet elke man is zoals je vader, je kan ons toch niet allemaal zomaar over dezelfde kam scheren. Je weet toch dat ik jou nooit zou behandelen zoals hij je moeder behandelt. Moesten wij samen zijn, zou ik je daar weghalen.’ Ze haalde enkel haar schouders op en wandelde naar het volgende portret. Ze durfde Jack niet aan te kijken want ze wist dat ze zou breken.  Met haar ogen knipperend verdrong ze de opwellende tranen terug naar de achtergrond. Grote woorden maar weinig actie. Ze was het al gewoon. Als puntje bij paaltje kwam stond ze altijd even alleen als altijd. Haar blik verhardde zich, een diepe zucht ontsnapte haar vooraleer ze zich terug naar Jack toekeerde. ‘Gaan we verder?’ 

‘Stop met vluchten, Vicky...’ 

‘Hoor wie het zegt, meneer zonder bindingsangst! Al dat gerommel in je kiekenkot, is dat geen vlucht dan?’

‘Je voor iedereen afsluiten is toch niet de oplossing, Vicky. Als je je leven met iemand kan delen, wordt het thuis misschien een stuk draaglijker…’

Jack sloot haar vingers voorzichtig in zijn hand, kwam zachtjes dichterbij en fluisterde fragiel in haar oor: ‘Alsjeblieft, laat me binnen’.  

‘Ik wil helemaal geen relatie, Jack, met niemand’ keerde ze hem de rug toe.  ‘Ik zou het gewoonweg niet aankunnen om door nog iemand gedumpt te worden die ik graag zie, om nog maar eens te mogen horen dat ik niet voldoe.’